Vegen en strooien totdat niemand er meer bij neervalt?

Winters weer en gladheid gaan hand in hand. Je kunt nog zo voorzichtig zijn, maar een glijpartij kan iedereen overkomen. Of je nu in de auto of op de fiets zit, of je trotseert te voet het witte sneeuwdek, een ongeval zit in een klein hoekje. Hopelijk hou je er hoogstens een blauwe plek aan over. Maar als de schade in de papieren gaat lopen, is het van belang om te kijken of er iemand aansprakelijk gesteld kan worden. Moet de winkelier zijn stoep of parkeerplaats helemaal vrij maken? Moet elke weg geheel ijs- en sneeuwvrij gemaakt worden? Kortom, kan iemand aansprakelijk gesteld worden als je een ongeval krijgt door gladheid? Dat ga ik hieronder uitleggen.

 

Juridische grondslag

De algemene juridische grondslag voor aansprakelijkheid is te vinden in artikel 6:162 BW. Daarnaast is het denkbaar dat een valpartij wordt veroorzaakt door een gebrekkige ondergrond, denk aan een gat in de weg. Dan is sprake van een gebrekkige opstal. Een opstal zijn gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd. Als deze opstal gebrekkig is, daardoor gevaarlijk is voor personen, en dit gevaar zich verwezenlijkt, dan is de bezitter van die opstal aansprakelijk voor de geleden schade. Dit volgt uit artikel 6:174 BW.

Maar als bijvoorbeeld een stoep enkel glad (oftewel gevaarlijk) is door ijs of sneeuw, dan is die stoep zelf eigenlijk niet gebrekkig.[1] Vaak is dan de juridische grondslag van artikel 6:174 BW niet toepasselijk. Wel zal in zulke gevallen gekeken worden of aansprakelijkheid via artikel 6:162 BW mogelijk is.[2]

Zoals zo vaak in het recht, ligt het echt aan de omstandigheden van het geval of aansprakelijkheid aangenomen kan worden bij val- of glijpartijen. Hieronder zullen slechts gevallen besproken worden waarbij sprake was van winters weer.

 

Voetgangers

Waar de meeste rechters het over eens zijn, is dat men extra voorzichtig moet zijn als er sneeuw of ijs op de stoep of weg ligt. Zo waren een bedrijf, restaurant en tankstation niet aansprakelijk voor de schade van een voetganger na een valpartij door een besneeuwde ondergrond.[3] Het wordt niet snel aangenomen dat de beheerder van een terrein maatregelen had moeten nemen om de val te voorkomen, zoals het strooien van zout. Men moet nu eenmaal weten en verwachten dat de kans op een valpartij groter is wanneer er sneeuw of ijs op de ondergrond ligt.[4]

Maar als de beheerder kan verwachten dat voetgangers minder oplettend zijn, kan aansprakelijkheid eerder worden aangenomen, zoals bij een IKEA bijvoorbeeld.[5]

 

Bestuurders

Is het mogelijk voor bestuurders om de wegbeheerder aansprakelijk te stellen als je bijvoorbeeld schade hebt na een glijpartij met de auto? De vraag die dan centraal staat, is of de wegbeheerder een algemene zorgplicht heeft geschonden. Het ligt dus meer aan wat de wegbeheerder allemaal heeft gedaan dan aan de toestand van de weg. Hiervoor is het van belang of de wegbeheerder wist of moest weten dat het glad zou worden en welke acties hij na die kennis heeft uitgevoerd. Denk aan het afgeven van waarschuwingen of het uitvoeren van het gladheidsbestrijdingsplan. De wegbeheerder kan immers niet op elke weg tegelijk zijn, vooral als hij veel wegen in zijn beheer heeft.[6] Als een wegbeheerder het maximale heeft gedaan om de gladheid te bestrijden, dan zal het in beginsel lastig worden om de wegbeheerder met succes aansprakelijk te stellen en een schadevergoeding te krijgen voor bijvoorbeeld een glijpartij met de auto.[7]

Heb je vragen over aansprakelijkheid of letsel na een ongeval en wil je graag dat wij jou helpen met het krijgen van een schadevergoeding? Neem dan contact met ons op via: 0495 – 75 59 58.

 

Deze blog werd geschreven door Maan Hermans.

 

[1] R. Rijnhout, ‘Wegbeheerdersaansprakelijkheid: ho stop!’, VR 2019/12, p. 52.

[2] Dit volgt mede uit HR 3 mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2202, NJ 2002/465 (Rook/Staat) en HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2283, NJ 2017/73 m.nt. J. Spier (Vennemans/Gemeente Nijmegen).

[3] Respectievelijk Rb. Den Haag 2 mei 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:9260 (X/Nationale Vastgoedgroep), Hof Arnhem 26 september 2006, ECLI:NL:GHARN:2006:BA6100, VR 2007/75 (Van der Deen/De Broeierd) en Rb. Oost-Brabant 2 mei 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:2757 (X/Shell Floraplein).

[4] B.M. Paijmans, ‘Vallen en uitglijden; (g)een slippery slope?’, VR 2021/1, afl. 1, p. 10-11.

[5] Hof Arnhem-Leeuwarden 19 mei 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3531 (X/Ikea).

[6] Zie deze uitspraak waarbij rekening wordt gehouden met het aantal te strooien wegen: Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juni 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:4473, r.o. 2.7-.28.

[7] R. Rijnhout, ‘Wegbeheerdersaansprakelijkheid: ho stop!’, VR 2019/12, afl. 2, p. 52.