In onze blogs zijn de onderwerpen nooit echt luchtig. We proberen ons eigen vakgebied wat kleur te geven door cases te bespreken die tot jurisprudentie hebben geleid. Vandaag is het echter tijd voor iets wat heel erg belangrijk is, maar ook wat minder tot de verbeelding spreekt: de rekenrente. De rechtbank Den Haag heeft vorige week op 13 mei 2020 een zeer gunstig vonnis gewezen dat we erg goed kunnen gebruiken bij de berekening van langdurige letselschades. Hier is dat vonnis terug te lezen.
Wat is rekenrente?
De omvang van de schadevergoeding wordt op een bepaald moment vastgelegd. Dat kan ofwel zijn omdat partijen er buiten de rechter om overeenstemming over hebben bereikt (een schikking) ofwel omdat de rechter bepaalt wat de schade is. Het gaat dan niet alleen om schade uit het verleden, maar de rechter moet ook iets zeggen over de schade in de toekomst. Stel dat een slachtoffer blijvend arbeidsongeschikt is en voorheen netto € 40.000,00 verdiende en als gevolg van een ongeval nog maar € 15.000,00 kan verdienen, dan is de jaarschade € 25.000,00. Nou zo je kunnen denken dat de aansprakelijke partij dan tot de pensioensleeftijd van het slachtoffer € 25.000,00 per jaar moet betalen. Lange tijd klopte dat niet, omdat ervan werd uitgegaan dat je ongeveer 6% rendement op je vermogen kon behalen en er ongeveer 3% inflatie was. Dat leverde een rekenrente van 3% op (winst door het rendement afgezet tegen de inflatie).
Discussie over rekenrente
De rekenrente is voor de omvang van de schadevergoeding erg belangrijk. Als je over 20 jaar een schade lijdt van € 25.000,00 in dat jaar, dan hoeft de aansprakelijke partij in het geval dat je ervan uitgaat dat het uitgekeerde bedrag ieder jaar 3% meer waard wordt, maar een fractie van dat bedrag te bepalen. Voor de liefhebbers is dat bedrag € 13.842,75. Dat gecombineerd met het feit dat er de afgelopen jaren helemaal geen sprake is geweest van een rendement van 6% of eigenlijk van welk rendement dan ook, maakt dat er geprocedeerd is bij de rechter over de hiervoor genoemde percentages.
De rechtbank Midden-Nederland bij beschikking van 25 september 2019
In 2019 zijn 3 uitspraken gedaan over de rekenrente. Zo werd in een zogenaamde deelgeschilprocedure de vraag naar de berekening van de rekenrente voorgelegd aan de rechtbank Midden-Nederland. Deze heeft een beschikking gemaakt die je hier kunt terugvinden. De rechtbank bespreekt in deze beschikking uitgebreid wat er aan de discussie ten grondslag ligt en breekt, voor de berekening van de schade, de looptijd in 3 stukken op.
Voor de eerste 5 jaar van de schade moet uitgegaan worden van een rendement van 1,3% en een inflatie van 1,5% (dus een negatieve rekenrente van -0,2%. Voor het 6e tot het 20e schadejaar een rendement van 2,2% en een inflatie van 1,6% (dus een rekenrente van 0,6%). Ten slotte voor de schade die ontstaat na 20 jaar vanaf het rekenmoment een rendement van 3,6% en een inflatie van 1,9% (dus een rekenrente van 1,7%). Dit is al een hele grote verbetering ten opzichte van de irreele methode waarbij uitgegaan wordt van 3% rekenrente per jaar!
De rechtbank Den Haag doet er een schepje bovenop/vanaf
De uitspraak van de rechtbank Den Haag is een tussenvonnis waarbij direct hoger beroep is toegestaan. Dat betekent dat het hiernavolgende waarschijnlijk nog een keer besproken gaat worden door het gerechtshof Den Haag. Ook de Rechtbank Den Haag gaat in op de achtergrond van de problematiek en komt ook tot de conclusie dat het goed is de schade te splitsen in looptijd voor wat betreft de rekenrente:
- De eerste 5 jaar van de looptijd moet uitgegaan worden van 0% rente en 1,5% inflatie (dus een negatieve rekenrente van 1,5%!)
- Van het 6e tot het 20e loopjaar van de schade moet worden uitgegaan van een rente van 1,3% en een inflatie van 2% (nog steeds een negatieve rekenrente van -0,7%)
- Vanaf het 20e jaar van de looptijd wordt dan uitgegaan van 2% rente en 2% inflatie (dus een rekenrente van 0%).
Conclusie
De rechtbank Den Haag doet een voor slachtoffers zeer gunstige uitspraak. Een uitspraak die wat ons betreft ook past bij de realiteit van vandaag. Het is niet zo dat er nog goed rente te behalen valt op vermogen. Er wordt zelfs gesproken over een negatieve rente op spaargeld. Het is ook niet de verwachting dat dit op (midden-)lange termijn gaat veranderen. Deze uitspraak is dus zeer geschikt om te gebruiken bij de berekening van duurschades.
Heb jij schade opgelopen en wil je hulp bij het verhalen van deze schade?
Heb jij letselschade opgelopen bij een ongeval of heb je vragen naar aanleiding van dit artikel, bel ons dan op 0495-75 59 58, stuur een e-mailbericht naar info@dp-advocaten.nl