Bewijsvergaring d.m.v. voorlopig deskundigenbericht

In een vorige blog werd al de bewijsvergaring d.m.v. een voorlopig getuigenverhoor besproken. Dit is echter niet de enige manier om bewijs te verzamelen in zaken waarin dit bewijs nog niet voorhanden is. Een andere mogelijkheid betreft het verzoek tot een voorlopig deskundigenbericht (art. 202 Rv). Een moeilijkheidsgraad in letselschadezaken ziet op het feit dat een rechter een juridisch specialist is, maar dat deze normaliter géén medische kennis heeft. Een rechter kan aldus niet oordelen of het letsel dat ontstaan is het gevolg is van een ongeval, mishandeling, etc. Tevens kan een rechter niet beoordelen hoe ernstig het letsel is en wat de gevolgen van dit letsel voor iemand kunnen betekenen. Ingeval van een ongeval bijvoorbeeld komen Whiplashklachten veelal voor. Dit wordt ook wel aangemerkt als niet objectiveerbaar letsel. Het letsel is aan de buitenkant niet zichtbaar (in tegenstelling tot bijvoorbeeld orthopedisch letsel), maar het is ook niet zichtbaar op bijvoorbeeld Röntgenfoto’s van het ziekenhuis. Om in dat geval te kunnen bewijzen dat er sprake is van letsel, dat het letsel in verband staat met het ongeval en wat de gevolgen van het letsel zijn, kan er middels een verzoek tot een voorlopig deskundigenbericht een (onafhankelijke) medisch specialist worden aangewezen die partijen daarover kan inlichten. Deze rapportage kan alsdan in een procedure als bewijsmiddel worden ingebracht, zodat de rechter ook over de medische kant kan oordelen.

 

Een voorlopig deskundigenbericht is aldus een onderzoek door één of meerdere deskundigen. De deskundige wordt – op verzoek van een betrokkene – door de rechtbank benoemd.  Er kan – net als bij het voorlopig getuigenverhoor – om een voorlopig deskundigenbericht worden verzocht in zaken waarin nog geen zaak aanhangig is, maar ook in zaken waarin al een lopende procedure is.

 

De procedure voor een voorlopig deskundigenbericht is vergelijkbaar met de procedure voor een voorlopig getuigenverhoor. Dat wil zeggen dat ook bij een voorlopig deskundigenbericht het verzoek in beginsel toegewezen dient te worden en dat de rechter het verzoek slechts kan afwijzen als er sprake is van één van de navolgende situaties:

 

  1. Misbruik van de bevoegdheid als bedoeld in art. 3:13 BW. Hierbij kan gedacht worden aan situaties waarin een betrokkene terecht bezwaar maakt bijvoorbeeld omdat hij dan wéér een belastend onderzoek dient te ondergaan.

 

  1. Strijd met een goede procesorde. Van strijd met een goede procesorde kan sprake zijn in situaties waarin het voorlopig deskundigenbericht de bodemprocedure onaanvaardbaar doorkruist of tot aanvaardbare vertraging in de bodemprocedure leidt.

 

  1. Een ander, door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar.

 

  1. Het ontbreken van belang als bedoeld in art. 3:303 BW.

 

Na indiening van het verzoekschrift krijgt de verwerende partij (in onze praktijk is dat veelal een verzekeraar) de kans om daarop te reageren. Als verweer wordt gevoerd, dan worden het verzoek én het verweer op een zitting besproken. Vervolgens neemt de rechter een beslissing op het verzoek. Daarnaast bepaalt de rechter – eventueel na een zitting – welke vragen de deskundige dient te beantwoorden. Wanneer een deskundige door de rechter wordt opgeroepen, is deze niet verplicht om de benoeming te aanvaarden. Als de deskundige ervoor kiest om de benoeming te aanvaarden, dan is hij verplicht de opdracht onpartijdig en naar beste weten te vervullen. Indien de gewenste deskundige de opdracht niet aanvaard, moet de rechter op zoek naar een andere deskundige. Hoewel de deskundige dus een keuze heeft in de aanvaarding van de benoeming, zijn partijen verplicht mee te werken aan het onderzoek van de deskundige.

 

De verplichting tot medewerking wordt begrensd door het blokkeringsrecht. Dit recht brengt mee dat de onderzochte kan voorkomen dat de resultaten van het onderzoek gebruikt worden. Dit recht hangt samen met het recht op privacy. Feit is wel dat blokkering van de rapportage de onderzochte niet zal baten. De rechter kan daaruit namelijk de gevolgtrekking maken die hij of zij geraden acht.

 

De rapporten die door de deskundige(n) worden opgemaakt hebben ‘bewijskracht’ en daarmee is er dus bewijs verzameld voor een eventuele bodemprocedure. Het voorlopig deskundigenbericht kan echter ook door een partij worden gebruikt in buitengerechtelijke onderhandelingen met de wederpartij.

 

Bij verschijning van het officiële deskundigenbericht worden beide partijen nog in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren. Desgewenst kan een partij zijn of haar commentaar op een deskundigenadvies onderbouwen met een schriftelijk rapport van een door hem of haar ingeschakelde partijdeskundige.

 

Heb je vragen over letsel en wil je graag dat wij jou helpen met het krijgen van een (hogere) schadevergoeding? Neem dan contact met ons op via: 0495 – 75 59 58.