Het slachtoffer in de strafzaak

Voor slachtoffers van een gewelds- of zedenmisdrijf is het vaak belangrijk dat de dader wordt gestraft door de rechter. Daarvoor is het belangrijk dat u aangifte doet bij de politie. De politie zal dan onderzoek doen naar uw aangifte. De politie overhandigt het politiedossier vervolgens aan de officier van justitie. Daarna is het aan de officier van justitie om te bepalen of de dader voor de rechter moet verschijnen. Als dat gebeurt, dan ontvangt de dader een dagvaarding. Daarop staat vermeld wanneer en waarvoor de dader zich voor de rechter moet verantwoorden.

Als de dader zich voor de rechter moet verantwoorden, dan kunt u zich als slachtoffer ‘voegen’ in het strafproces. Daarmee wordt bedoeld dat u aan de strafrechter kunt vragen om de dader niet alleen een straf op te leggen, maar daarnaast ook te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan u.

Een schadevergoeding wordt doorgaans gevraagd aan een civiele rechter. Door u in het strafproces te voegen wordt dit dus echter aan de strafrechter gevraagd. Dat heeft een belangrijk voor- en nadeel.

 

Voordeel

Als een strafrechter een dader heeft veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding, dan staat de Nederlandse staat garant voor de betaling daarvan. Natuurlijk dient de dader zelf te betalen, maar als na acht maanden blijkt dat de dader dat niet kan, dan betaalt de Nederlandse staat de vergoeding. Ter geruststelling: de Nederlandse staat zal dan blijven proberen om de betaalde vergoeding op de dader te verhalen. Als de dader de vergoeding dus echt niet kán betalen, dan blijf je als slachtoffer in het strafproces niet met lege handen staan.

 

Dat is anders in een civiele procedure. Als een civiele rechter een dader veroordeelt tot vergoeding van schade, dan staat de Nederlandse staat daarvoor niet garant. Als de dader dan niet kan betalen, dan sta je als slachtoffer dus wel met lege handen.

 

Nadeel

In geval van een voeging dient een strafrechter zich te buigen over een civiele vordering die eigenlijk thuis hoort bij de civiele rechter. De strafrechter dient dus een oordeel te geven over een vraag die niet op zijn/haar expertisegebied ligt. Het is daardoor niet mogelijk om ingewikkelde schadeconstructies op te zetten. Een strafrechter zal dan namelijk al snel oordelen dat het hem/haar te ingewikkeld wordt. De strafrechter verwijst dan vaak alsnog door naar de civiele rechter. Dat is jammer omdat het voordeel van de garantie van betaling dan vervalt.

 

Conclusie

Alhoewel er dus een nadeel kleeft aan het voegen in het strafproces, wegen de voordelen zwaarder. Een belangrijk voordeel is hiervoor besproken. Dat is het resultaat van jarenlange inspanningen van – onder meer – Stichting Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers (LANGZS), Slachtofferhulp en andere betrokken instanties.

 

Tot slot 

De positie van het slachtoffer in het strafproces is een hot item. In het onlangs gesloten regeerakkoord wordt opnieuw aandacht gevraagd voor het slachtoffer. Het Advocatenblad maakt dan ook melding van de volgende speerpunten:

 

  • Het kabinet ziet dat de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf onder druk staat. Als dat nodig zou blijken te zijn, zal het kabinet aanvullende wetgeving tot stand brengen. ‘Het waarborgen van de belangen van nabestaanden en slachtoffers is daarbij cruciaal,’ vermeldt het regeerakkoord.
  • Verdachten van zware gewelds- en zedenmisdrijven die in voorlopige hechtenis zitten, moeten verplicht ter zitting verschijnen, is het plan. Het slachtoffer mag hier ook iets over zeggen.
  • De positie van het slachtoffer blijft een speerpunt, in het bijzonder bij de herijking van het Wetboek van Strafvordering. Daarnaast wordt ingezet op het wegnemen van knelpunten in de praktijk (doorverwijzingen, confrontaties, etc.).

@ De Peel Letselschade Weert