Als ouder ben je aansprakelijk voor het handelen van je kind. Is dat juist?
Nou, deze stelling is te kort door de bocht maar we komen hiermee wel dichtbij hoe het echt zit. Daar gaat dit blog over.
Onrechtmatige daad
Als íemand (kind of geen kind) schade aan een ander toebrengt, dan is hij / zij daarvoor alleen aansprakelijk als daarvoor een aansprakelijkheidsgrond is. Vaak is die grond de onrechtmatige daad. De onrechtmatige daad wordt in de wet geregeld in artikel 6:162 BW.
Als iemand dus een onrechtmatige daad pleegt jegens een ander waardoor schade ontstaat, dan is diegene daarvoor aansprakelijk. Als bijvoorbeeld iemand ten onrechte geen voorrang verleent in het verkeer, met een verkeersongeval als gevolg, dan is de veroorzaker aansprakelijk voor de schade omdat diegene een onrechtmatige daad heeft begaan.
Kan een kind een onrechtmatige daad begaan?
Dan nu de casus waarin een kind de schade veroorzaakt. Als het kind jonger is dan 14 jaar, dan kan diens gedraging niet aan hem / haar worden toegerekend als onrechtmatige daad. Je kunt dus geen kind aansprakelijk stellen. De wet staat dat niet toe. Het slachtoffer moet daarentegen aankloppen bij diegene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent. Vaak is dat de ouder van het kind.
Hoe beoordeel je of een ouder aansprakelijk is voor schade die door het kind is veroorzaakt?
Om te beoordelen of de ouder aansprakelijk is moet het handelen van het kind worden beoordeeld. Maar hoe beoordeel je het handelen van een kind? Je beoordeelt dat alsof het gaat om het handelen van een volwassene. Dat is de kern. In artikel 6:169 BW wordt deze toets als volgt beschreven:
‘Voor schade aan een derde toegebracht door een als een doen te beschouwen gedraging van een kind dat nog niet de leeftijd van veertien jaren heeft bereikt en aan wie deze gedraging als een onrechtmatige daad zou kunnen worden toegerekend als zijn leeftijd daaraan niet in de weg zou staan, is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent, aansprakelijk.’
We beoordelen een dergelijke casus dus alsof het kind geen kind is. Deze alsof-beoordeling wordt ook wel de hypothetische maatstaf genoemd. Hierbij moet geheel worden geabstraheerd van de jonge leeftijd van het kind, zo overweegt de Hoge Raad in zijn arrest ‘Sneeuwballende kinderen.1
Heeft u een vraag over dit onderwerp, bel dan met 0495-75 59 58 of mail naar info@dp- advocaten.nl.
VOETNOOT (1) HR 12 november 2004 (NJ 2005/138 ‘Sneeuwballende kinderen’). Annotator Brunner schrijft in zijn commentaar onder dit arrest dat deze wegdenk oefening wel enige hersengymnastiek vergt omdat het moeilijk is kinderlijk gedrag te beoordelen alsof een volwassene, althans iemand van 14 jaar of ouder, datzelfde gedrag had vertoond. Maar, dat is precies wat volgens de Hoge Raad, blijkens de parlementaire geschiedenis, de zin en de bedoeling van de bepaling is.