Bewijsvergaring d.m.v. voorlopig getuigenverhoor

Als je in een procedure een stelling inneemt, dan moet je daarvoor doorgaans ook bewijs leveren. Indien een letselschade slachtoffer zijn of haar schade wil verhalen op een ander, stelt deze dat de ander aansprakelijk is voor zijn schade. Op het slachtoffer rust in dat geval de bewijslast. Dit wil zeggen dat het aan het slachtoffer is om te bewijzen dat de ander aansprakelijk is voor zijn of haar geleden letsel/schade. Dit bewijs is echter niet altijd voorhanden. Wanneer er getuigen aanwezig waren ten tijde van het ontstaan van de letselschade, kan het bewijs verkregen worden door een verzoek bij de rechter te doen om over te gaan tot een voorlopig getuigenverhoor (art. 186 -193 Rv).

 

Een voorlopig getuigenverhoor is een verhoor door een rechter op verzoek. Er kan om een voorlopig getuigenverhoor worden verzocht in zaken waarin nog geen zaak aanhangig is, maar ook in zaken waarin al een lopende procedure is. De verzoekende partij roept de getuigen op om voor de rechtbank te verschijnen, waarna de getuigen één voor één onder ede gehoord worden door de rechter en de advocaten van de partijen.

 

Er kan om een voorlopig getuigenverhoor verzocht worden om te voorkomen dat bewijs dreigt verloren te gaan (bijvoorbeeld doordat het verhoor van getuigen en de datum van het ontstaan van het letsel zo ver uit elkaar liggen dat getuigen de precieze details niet goed meer kunnen herinneren) dan wel om de feitelijke grondslag van het geschil te doen vaststellen.

 

Een verzoek tot het doen van een voorlopig getuigenverhoor kan door de rechter afgewezen worden indien er sprake is van één van de navolgende situaties:

 

  1. Misbruik van de bevoegdheid als bedoeld in art. 3:13 BW. Een voorlopig getuigenverhoor is niet bedoeld voor zogenaamde ‘fishing expeditions’. Dit wil zeggen dat het niet de bedoeling is om een getuigenverhoor te houden om op die manier op goed geluk informatie over bijvoorbeeld de wederpartij te verzamelen, waarbij er op voorhand nog geen duidelijkheid bestaat op de vraag of er daadwerkelijk een claim is.

 

  1. Strijd met een goede procesorde. Van strijd met een goede procesorde kan sprake zijn wanneer er om een voorlopig getuigenverhoor wordt verzocht terwijl de hoofdzaak al in een vergevorderd stadium is. Ook mag een voorlopig getuigenverhoor niet betrekking hebben op de punten waarop door de rechter al een oordeel is gevormd.

 

  1. Een ander, door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar. Hieraan kan bijvoorbeeld gedacht worden wanneer de kosten die gepaard gaan met het voorlopig getuigenverhoor niet opwegen tegen het belang van de verzoeker. Het gaat dan om disproportionele kosten.

 

  1. Het ontbreken van belang als bedoeld in art. 3:303 BW. Bij een voorlopig getuigenverhoor is het niet de bedoeling dat er een oordeel gevormd wordt over de eventueel in te stellen vordering in een bodemprocedure. Er zijn echter voorbeelden waarin wél op de zaak vooruitgelopen mag worden. Het gaat in dat geval om zaken waarin wordt aangenomen dat de in te stellen vordering juridisch kansloos is en er dus geen belang bestaat bij het uitvoeren van het voorlopig getuigenverhoor.

 

In het geval dat het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor wordt gedaan om te voorkomen dat bewijs verloren dreigt te gaan, dan komt men in beginsel niet toe aan voornoemde afwijzingsgronden en zal het verzoek in beginsel aldus toegewezen worden.

 

Géén grond voor afwijzing betreft de enkele omstandigheid dat tijdens het voorlopig getuigenverhoor dezelfde vragen/feiten aan bod zullen komen als in een aanhangige procedure/toekomstige procedure.

 

Een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor kan gedaan worden namens een belanghebbende. Een belanghebbende is onder meer degene die het aanspannen van een procedure overweegt, de wederpartij in een eventuele procedure dan wel een derde die bij de uitkomst van het geding belang heeft.

 

Alle verhoren van de getuigen worden vastgelegd in een schriftelijk proces-verbaal. Op deze manier heb je door het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor aldus bewijs verzameld, welk bewijs dan weer gebruikt kan worden om een persoon aansprakelijk te stellen.

 

Heb je vragen over letsel en wil je graag dat wij jou helpen met het krijgen van een (hogere) schadevergoeding? Neem dan contact met ons op via: 0495 – 75 59 58.