Een hindernisbaan in het water met vijftien obstakels, waarbij deelnemers zo snel mogelijk alle hindernissen moeten overwinnen om te winnen, klinkt als een leuke en sportieve activiteit. Maar het kan helaas ook misgaan, zoals blijkt uit Gerechtshof Den Haag 26 augustus 2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:1618.
Casus
Op 18 augustus 2019 deed een deelnemer mee aan de ‘Titan Swim’. Bij het derde obstakel, een piramidevormige constructie, ging het mis: hij viel voorover en raakte met zijn hoofd de onderste zwarte rand van de piramide. In het ziekenhuis bleek hij een dwarslaesie te hebben opgelopen.
De deelnemer stelde Titan, de organisator van de hindernisbaan, aansprakelijk voor de geleden schade. Volgens de deelnemer had Titan namelijk gevaarzettend gehandeld en daarmee onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 BW. Titan wees dit echter van de hand, waarna de deelnemer de zaak aan de rechter voorlegde.
Eerste aanleg
De rechtbank wees de vordering van de deelnemer af. Volgens de rechter had Titan niet onrechtmatig gehandeld, aangezien het risico dat deelnemers uitglijden of ongelukkig terechtkomen, nu eenmaal hoort bij een hindernisbaan. Daarnaast was de kans op een dergelijk ernstig ongeval, zoals in de betreffende casus, niet zo groot dat Titan gehouden was extra maatregelen te nemen om het te voorkomen. Titan heeft daarom volgens de rechtbank Den Haag geen groter risico genomen dan redelijk was.
Hoger beroep
De deelnemer liet het hier niet bij zitten en besloot in hoger beroep te gaan. Daar stelde het hof dat Titan als professionele organisator een zorgplicht heeft om de veiligheid van deelnemers te waarborgen. Dat betekent dat Titan voldoende veiligheidsmaatregelen moet treffen om gevaren te voorkomen of te beperken. Ook al horen risico’s bij zo’n activiteit, deelnemers mogen erop vertrouwen dat de organisator deze zorgplicht nakomt. Het hof onderzocht daarom of Titan meer had moeten doen aan de hand van de Kelderluikjurisprudentie.
- Het hof vond dat Titan een gevaarlijke situatie had gecreëerd door een hoog en glad obstakel te plaatsen zonder duidelijke instructies. De sprong vanaf de piramide was moeilijk en riskant, en de harde rand kon een val niet opvangen.
- Omdat het obstakel uitdagend en glad was en deelnemers geen instructies kregen, mocht Titan verwachten dat niet iedereen voorzichtig en oplettend genoeg zou zijn. Bovendien konden eerdere sprongen die goed gingen, deelnemers de indruk geven dat het veilig was.
- Titan had als professionele organisator moeten zorgen voor voldoende veiligheidsmaatregelen. Omdat springen vanaf de piramide volgens Titan zelf ‘volstrekt onverantwoord’ was, had Titan deelnemers daar duidelijk voor moeten waarschuwen. Mondelinge instructies van een steward waren onvoldoende, zeker in een drukke omgeving. Titan had vooraf effectieve veiligheidsinstructies kunnen geven, waarschuwingsborden kunnen plaatsen en handvatten aan het obstakel kunnen bevestigen. Ook toezicht op naleving van de maatregelen was nodig. Volgens het hof waren zulke maatregelen niet bezwaarlijk geweest.
Conclusie
Het hof oordeelde daarom dat Titan onrechtmatig had gehandeld. Titan had haar zorgplicht geschonden door onvoldoende veiligheidsmaatregelen te nemen en niet voldoende rekening te houden met de onoplettendheid van deelnemers. De gevaarlijke situatie en het hoge risico op ernstig letsel waren voorzienbaar en hadden voorkomen kunnen worden. Titan is daarom aansprakelijk voor de schade van de deelnemer.
Heb je zelf een vraag over de aansprakelijkheid bij sportevenementen die door een professionele organisator worden georganiseerd? Neem dan gerust contact op met De Peel Letselschade Advocaten. Wij helpen je graag verder.