Een werkgever heeft een wettelijke zorgplicht om voor een veilige werkplek te zorgen. Dit houdt in dat de werkgever veiligheidsmaatregelen moet nemen, én moet controleren of ze worden nageleefd door de werknemers. Het coronavirus heeft in dat kader voor nieuwe opgaves en vragen gezorgd. Daarbij valt te denken aan de thuiswerkplek, het besmet raken op de werkplek of de psychische gevolgen van het vele thuiswerken.
De wettelijke zorgplicht van werkgevers geldt ook ten aanzien van het thuiswerken, waardoor veel thuiswerkers al voorzien zijn van een goed bureau, een goede bureaustoel en de juiste computerapparatuur. De meeste werkgevers hebben dit ook gedaan om het de werknemers zo comfortabel mogelijk te maken, maar naast rugklachten kan een werknemer ook letselschade oplopen doordat hij bijvoorbeeld thuis over een computerkabel struikelt. Op kantoor zal dit al snel leiden tot werkgeversaansprakelijkheid, maar bij een thuiswerker kan een werkgever niet controleren of de kabels goed zijn opgeborgen. Een werkgever die echter geen instructies heeft gegeven over het veilig wegwerken van kabels of andere gevaren, zal eerder aansprakelijk zijn dan werkgevers die thuiswerkers wel hierover geïnformeerd hebben. Ook als een werknemer er niet op is gewezen dat het niet verstandig is om zijn werkplek op zolderkamer in te richten die alleen door een gevaarlijke trap kan worden bereikt, zal de werkgever sneller een schadevergoeding moeten betalen als de werknemer van deze trap valt.
In het kader van de zorgplicht gaat het dus voor de werkgever er vooral om dat hij risico’s in kaart brengt, de thuiswerkers hierover informeert en instructies geeft om deze zo veel mogelijk tegen te gaan. Omdat het toezien op de naleving hiervan erg lastig is en dit de werkgever dus ook niet snel verweten kan worden, zal een werkgever van thuiswerkers minder snel aansprakelijk zijn voor ongevallen op de thuiswerkplek. Ook is het altijd aan de werknemer om de toedracht te bewijzen.
De zorgplicht bij niet-thuiswerkers is door de coronamaatregelen ook anders dan voorheen, en is afhankelijk van omstandigheden van de werkplek. Aan verpleegkundigen moeten naast beschermende kleding en goede mondkapjes, bijvoorbeeld ook psychische ondersteuning en betrouwbare testen verschaft worden. Voor werknemers die tot de risicogroep behoren, moet de werkgever ook extra maatregelen nemen om hen te beschermen tegen besmetting. Dat kan ook betekenen dat deze groep vrijgesteld moet worden van werkzaamheden, als het voor de werkgever niet mogelijk is om voldoende veiligheid te garanderen voor hen.
Een werknemer kan ook besmet raken op de werkplek. In dat geval is de werkgever aansprakelijk voor de schade als het de werknemer lukt om aan te tonen dat de besmetting op het werk plaatsvond. Als het de werknemer lukt om dit te bewijzen, dan komt de werkgever alleen onder deze aansprakelijkheid uit als hij kan aantonen dat hij alle mogelijke maatregelen genomen heeft en dus aan zijn zorgplicht heeft voldaan.
Om een werkgever aansprakelijk te houden, moet dus bekeken worden hoeveel de werkgever zich heeft ingespannen en hoeveel informatie er is verstrekt. Helaas zijn er nog geen of amper uitspraken over schadeclaims tegen werkgevers geweest in coronatijden, waardoor nog niet duidelijk is hoe rechters bijvoorbeeld over psychische gevolgen van overbelaste verpleegkundigen of maandenlang thuiswerken oordelen. Ook is het vooralsnog gissen hoe de rechtbank zal oordelen over de aansprakelijkheid van de werkgever voor een COVID-19 besmetting van de werkzaamheden.
Heeft u vragen over corona en aansprakelijkheid, bel dan met 0495-75 59 58 of mail naar info@dp- advocaten.nl