Schadevergoeding en (echt)- scheiding: voordeeltje voor de ex?

Door Floor Lintjens:

 

Een schadevergoeding voor letsel door een ongeval of een medische fout heeft een heel persoonlijk karakter: het gaat immers om de schade die is geleden door het slachtoffer. Maar wat nu als één van de echtgenoten een schadevergoeding ontvangt en dit geld op de rekening laat staan of het investeert in bijvoorbeeld een woning. Kan de andere echtgenoot bij scheiding dan aanspraak maken op de helft van het schadevergoedingsbedrag en hetgeen waarin het is geïnvesteerd? Of komt dit bedrag bij (echt)- scheiding geheel toe aan de echtgenoot aan wie de schadevergoeding is uitgekeerd? Deze vraag wordt behandeld in de scriptie van Ouafa Talsi.[1]De uitkomst van haar onderzoek zal hier kort worden besproken.

 

Het huwelijksvermogensrecht

Sinds 1 januari 2018heeft een grote verandering plaatsgevonden in het huwelijksvermogensrecht. Op dat moment is namelijk de ‘Wet beperking omvang wettelijke gemeenschap van goederen’ in werking getreden. Alle huwelijken die vanaf 1 januari 2018 zijn gesloten, vallen onder deze nieuwe regeling. Dit houdt in dat al het vermogen en alle schulden van vóór het huwelijk van de desbetreffende echtnoot blijven. Al het vermogen dat tijdens het huwelijk wordt opgebouwd, evenals de schulden, vallen in de huwelijksgoederengemeenschap en zullen in beginsel 50/50 worden verdeeld bij een (echt)- scheiding.

Dit is anders voor de huwelijken die gesloten zijn vóór 1 januari 2018. Zij vallen nog steeds onder de oude regeling van de gemeenschap van goederen. Dit betekent dat al het vermogen en alle schulden van beide echtgenoten vanaf het ‘ja-woord’ vallen in de huwelijksgoederengemeenschap en dus aan beide echtgenoten toebehoren. Als het tot een (echt)- scheiding komt, dan wordt ook dit 50/50 verdeeld. Na een (echt)- scheiding kan het dus zo zijn dat één der echtgenoten een schuld moet aflossen die de andere echtgenoot had gemaakt voor het huwelijk. Hetzelfde geldt voor vermogen: als één van de echtgenoten €100.000,- had op het moment van het huwelijk, dan zal deze slechts aanspraak kunnen maken op 50% hiervan.

Om zulke taferelen te voorkomen, kozen veel (toekomstige) echtelieden voor het trouwen onder huwelijkse voorwaarden. Echtgenoten stelden een contract op waarin werd vastgelegd welk vermogen en welke schulden individueel eigendom bleven, maar ook wat binnen de huwelijksgoederengemeenschap zou komen te vallen. Op het moment dat één van de echtgenoten een schadevergoeding krijgt, zijn er dus twee dingen van wezenlijk belang: hoe zijn de echtgenoten getrouwd en wanneer is de schadevergoeding uitgekeerd?

 

Verknochtheid

Wanneer het huwelijksvermogen bij een echtscheiding verdeeld moet worden, kunnen de (ex-)echtgenoten aanvoeren dat bepaalde goederen of schulden verknocht zijn. Verknochtheid betekent dat het goed een individueel eigendom is gebleven van één van de (ex-)echtgenoten en het dus buiten de gemeenschap van goederen valt.[2]Het zijn zaken die op een bijzondere manier verbonden zijn aan één van de (ex-)echtgenoten. De vraag is of een schadevergoeding aangemerkt zou kunnen worden als een verknocht goed.

 

Materiële en immateriële schadevergoeding

Schadevergoeding wordt in de meeste gevallen uitgekeerd voor de materiële en de immateriële schade die wordt geleden door het slachtoffer. De materiële schadevergoeding kan zien op kosten van de verzorging of het verschil in inkomsten doordat het slachtoffer (deels) arbeidsongeschikt is geraakt. De schadevergoeding voor de immateriële schade, ook wel smartengeld genoemd, is een geldelijke vergoeding van leed. Een voorbeeld kan zijn de pijn en het verdriet die gepaard gaan met een gedeeltelijke verlamming na een ongeval. Dit onderscheid is belangrijk bij het bepalen of (een deel van) de schadevergoeding verknocht is. De Hoge Raad heeft namelijk bepaald dat smartengeld inderdaad verknocht is en dus buiten de huwelijksgoederengemeenschap valt.[3]Dit geldt niet voor de schadevergoeding voor de materiële schade. Hierop kan echter wel een uitzondering worden gemaakt, namelijk voor het deel van de schadevergoeding dat ziet op de toekomstige schade. Bij toekomstige schade kan worden gedacht aan een vergoeding voor het verschil in inkomen. Deze kan als verknocht worden aangemerkt.[4]Hierbij moet worden opgemerkt dat slechts het gedeelte van de toekomstige schade dat ziet op de periode nadat de echtscheiding is uitgesproken als verknocht kan worden aangemerkt.

 

In welke gevallen valt de ex met de neus in de boter?

In het geval van gemeenschap van goederenzal de ex-echtgenoot bijna altijd aanspraak kunnen maken op de helft van de uitgekeerde schadevergoeding. Dit is onafhankelijk van wanneer de schadevergoeding is uitgekeerd: voor of tijdens het huwelijk heeft voor de verdeling bij een echtscheiding eenzelfde effect. De enkele uitzondering wordt gevormd door het smartengeld en eventueel de schadevergoeding voor de toekomstige schade, omdat deze vergoedingen als verknocht kunnen worden aangemerkt en dus eigendom zijn gebleven van het slachtoffer.

Voor stellen die na1 januari 2018zijn getrouwd, geldt dat een schadevergoeding die is ontvangen vóór het aanvangen van het huwelijk eigendom blijft van deze echtgenoot. Wordt de schadevergoeding echter uitgekeerd tijdens het huwelijk, dan geldt hetzelfde als bij het trouwen in gemeenschap van goederen, namelijk: de schadevergoeding moet worden verdeeld bij echtscheiding, met uitzondering van de verknochte goederen.

Slechts in het geval van het trouwen onder huwelijkse voorwaardenkan de gehele schadevergoeding eigendom blijven van de echtgenoot aan wie deze schadevergoeding is uitgekeerd. In de huwelijkse voorwaarden moet dan expliciet genoemd zijn dat een eventuele schadevergoeding eigendom blijft van de desbetreffende echtgenoot. In alle andere gevallen geldt hetzelfde als bij het trouwen in gemeenschap van goederen.

 

Kan het voorkomen worden?

Om te voorkomen dat de materiële schadevergoeding bij een echtscheiding verdeeld moet worden, is het noodzakelijk hiervoor huwelijkse voorwaarden op te stellen. Wanneer dit niet wordt gedaan zullen slechts de verknochte goederen eigendom blijven van de desbetreffende echtgenoot. Daarbij moet worden opgemerkt dat wanneer het smartengeld wordt gebruikt om bijvoorbeeld een woning te kopen, dit niet betekent dat de woning dan verknocht is. Sterker nog, de verknochtheid zal vervallen en hetgeen dat in de plaats is gekomen, in dit geval de woning, zal binnen de huwelijksgoederengemeenschap vallen en bij echtscheiding 50/50 worden verdeeld.

 

Het is dus verstandig een letselschade advocaat te raadplegen over de eventuele gevolgen voor de huwelijksgoederengemeenschap wanneer u een schadevergoeding heeft ontvangen of deze gaat ontvangen.

 

@ De Peel Letselschade Advocaten

 

[1]Afstudeerscriptie O. Talsi, ‘Bescherming van de letselschadevergoeding bij (echt)- scheiding’, 24 august 2018, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/14_2525584_0.pdf.

[2]Art. 1:94 lid 3 BW.

[3]E.M. Kostense, ‘Is een letselschade-uitkering verknocht?’, TLP 2017/48 (afl. 2).

[4]E.M. Kostense, ‘Is een letselschade-uitkering verknocht?’, TLP 2017/48 (afl. 2).