Welke partij is aansprakelijk als een auto wordt gestolen en vervolgens met die auto iemand opzettelijk wordt aangereden?
Laten we vooropstellen dat een dergelijke situatie gelukkig niet vaak voorkomt. Vanuit juridisch oogpunt is de aansprakelijkheidsvraag nog niet zo eenvoudig te beantwoorden.
In geval van artikel 3 WAM dient de aansprakelijkheidsverzekering van het voertuig dekking te bieden tegen de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe het motorvoertuig in het verkeer aanleiding kan geven. Onder deelneming aan het verkeer wordt verstaan: elke gebruik van het motorvoertuig dat overeenstemt met de gebruikelijke functie daarvan.
Aanvankelijk had het slachtoffer zich gericht tot de WAM-verzekeraar van het voertuig. De Rechtbank Rotterdam heeft in die procedure beoordeeld of het gebruik van de auto op het moment van de aanrijding overeenstemt met de gebruikelijke functie van het motorvoertuig en kwam tot de conclusie dat dit niet het geval was. De rechtbank overwoog dat de auto in de eerste plaats gebruikt is om letsel toe te brengen. Het toebrengen van letsel is evident niet de gebruikelijke functie van een motorvoertuig. Daarmee is naar de visie van de rechtbank geen sprake van aansprakelijkheid waartoe het motorrijtuig in het verkeer aanleiding kan geven. De rechtbank oordeelt dan ook dat het ongeval niet valt onder de dekking van een verzekering die ingevolgde de WAM is afgesloten.
Het slachtoffer richt zijn pijlen vervolgens met succes op het Waarborgfonds Motorverkeer. De rechtbank Rotterdam komt in haar beschikking van 09-07-2021 tot andere conclusies.
Op grond van art 25 lid 1 sub C WAM kan het Waarborgfonds Motorverkeer gehouden zijn het slachtoffer schadeloos te stellen.
Naar de visie van de rechtbank Rotterdam dient artikel 3 van de WAM in lijn met de Richtlijn 2009/103/EG te worden uitgelegd. De passage “deelneming aan het verkeer van motorvoertuigen” ziet op elk gebruik van een voertuig dat overeenstemt met de gebruikelijke functie daarvan. Telkens als het voertuig als een vervoersmiddel wordt gebruikt, is sprake van deelneming aan het verkeer.
Bestuurders van motorrijtuigen kunnen soms onvoorzichtig of soms roekeloos rijgedrag vertonen, of zelf rijgedrag waarbij willens en wetens wordt geprobeerd een ander dood te rijden, letsel toe te brengen of ten minste het risico op de koop toe wordt genomen dat anderen letsel wordt toegebracht met hun auto.
De auto in de casus is naar de visie van de rechtbank WEL gebruikt in overeenstemming met de gebruikelijke functie daarvan. Er is namelijk sprake van deelneming aan het verkeer en daarmee is artikel 3 WAM van toepassing, zo luidt het oordeel van de rechtbank.
Het Waarborgfonds Motorverkeer beroept zich vervolgens op diefstaluitsluiting. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van onzorgvuldigheid. Naar het oordeel van de rechtbank was niet voorzienbaar dat het slachtoffer, op het moment dat hij uit zijn auto stapte vervolgens zou worden achtervolgd in die auto en zou worden aangereden door die auto. De WAM-verzekeraar is door diefstaluitsluiting echter niet aansprakelijk, maar het slachtoffer kan WEL een recht op schadevergoeding jegens het Waarborgfonds Motorverkeer geldend maken.
Het verweer dat aan de zijde van het slachtoffer sprake zou zijn van eigen schuld wordt door de rechtbank verworpen. Het slachtoffer kan naar het oordeel van de rechtbank niet verweten worden dat hij de auto heeft verlaten om zichzelf rennend in veiligheid te brengen, ook al bood hij daarmee een van zijn belagers de kans in de auto te stappen, en hem zelfs daarmee te achtervolgen en te aan-overrijden.
De conclusie van de rechtbank is dan ook dat het Waarborgfonds Motorverkeer gehouden is het slachtoffer ingevolge artikel 25 lid 1 sub C WAM schadeloos te stellen.
Heeft u vragen naar aanleiding van een aanrijding met een gestolen auto of vragen over aansprakelijkheid indien iemand opzettelijk wordt aangereden, dan adviseren wij u graag.
U kunt contact opnemen met De Peel Letselschade Advocaten onder nummer: 0495 – 75 59 58 of via: info@dp-advocaten.nl