Smartengeld is de vergoeding voor de immateriële schade die iemand oploopt na een ongeval, een gewelds- of zedenmisdrijf, een medische fout, etc. Dit wordt ook wel de emotionele schadevergoeding genoemd. Het ziet op pijn en gederfde levensvreugde. In het Nederlands recht kan smartengeld slechts worden uitgekeerd (1) als gevolg van lichamelijk of geestelijk letsel, (2) als de betrokkene in zijn eer of goede naam is geschaad of op een andere wijze in zijn persoon is aangetast, (3) als er sprake is van het oogmerk om immateriële schade toe te brengen, (4) dan wel als er sprake is van aantasting van de nagedachtenis van een familielid.
Vaak wordt bij het woord smartengeld gedacht aan immense bedragen. Het smartengeld in Nederland is niet zo heel erg hoog, anders dan bijvoorbeeld te zien is in Amerikaanse series. Bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld wordt aansluiting gezocht bij vergelijkbare uitspraken van rechters in Nederland. Factoren die kunnen meewegen in de hoogte van het smartengeld zijn de aard en ernst van het letsel, hoeveel medische behandelingen iemand heeft moeten ondergaan en hoe zwaar deze waren, hoe lang het herstel heeft geduurd en of herstel voor 100% heeft plaatsgevonden, hoe pijnlijk het herstel was, carrièrekansen die misgelopen zijn, afhankelijkheid van hulp en zorg van andere personen, etc.
Onlangs heeft de strafrechter van de rechtbank Midden-Nederland een bedrag ter hoogte van € 275.000,00 voor immateriële schade toegekend aan een slachtoffer van een verkeersongeval.[1] Dit is een van de hoogste bedragen die aan immateriële schade tot nu toe in rechte is toegekend door een strafrechter. Het gaat om de volgende feiten en omstandigheden.
De verdachte heeft twee voetgangers van achteren aangereden. De verdachte heeft niet alleen te hard gereden maar was ook met zijn telefoon bezig tijdens het rijden. Onduidelijk is waarom de verdachte de voetgangers niet heeft gezien. Beide voetgangers droegen een hesje met ingeschakelde rode ledverlichting aan de achterzijde. De rechtbank concludeert derhalve dat het ongeluk is veroorzaakt door de gedragingen van verdachte. Ten aanzien van het smartengeld oordeelt de rechtbank dat de benadeelde partij (het slachtoffer, een van de voetgangers) door het ongeval zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De benadeelde partij, een jonge vrouw, heeft een hoge dwarslaesie overgehouden aan het ongeval en zal de rest van haar leven hulp en zorg van anderen nodig hebben. De geleden immateriële schade is goed onderbouwd en de hoogte van het gevorderde bedrag – € 275.000,00 – is redelijk en billijk. Hierbij speelt een rol de aard en ernst van het letsel, de persoon van de benadeelde partij, een voorheen vitale vrouw die door de aanrijding nagenoeg volledig invalide is geraakt, alsook welke bedragen in soortgelijke gevallen worden toegewezen. Om die reden wijst de rechtbank de gehele vordering toe.
Het smartengeld in Nederland bij een voeging benadeelde partij heeft aldus nieuwe hoogten bereikt. Dat gezegd hebbende gaat het in bovenstaande zaak uiteraard wel om een heel schrijnend geval, waarbij er sprake is van veel en ernstig letsel en veel medische behandelingen, veel pijn, bij een jonge vrouw. Een smartengeldvergoeding van € 275.000,00 zal dan ook niet in veel gevallen voorkomen, want zoals eerder al gezegd is het smartengeld in Nederland geen vetpot.
[1] Rechtbank Midden-Nederland 6 april 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1515.